Fellowship

Content section

In samenwerking met het NIAS biedt de NSvP sinds 2016 een fellowship aan voor vijf maanden. De NSvP wil met het fellowship door middel van onderzoek bijdragen aan vernieuwende inzichten en interessante kennisopbrengst op het gebied van mens & werk.
De inzet van het fellowship is tweeledig: verdieping en ondersteuning. De fellow geeft een inhoudelijke analyse van een vraagstuk en schrijft daarover een paper. Daarnaast maakt de fellow een vertaalslag naar de praktijk en doet de fellow suggesties voor oplossingsrichtingen en hoe die in de praktijk zijn te implementeren.

De koppeling aan de planning van het jaarlijkse OmkeerEvent maakt het mogelijk de maatschappelijke impact van het werk van de fellow te vergroten en op een resultaatgerichte manier aan vernieuwende inzichten te werken.

Oproep aan senior wetenschappelijk onderzoekers:

Onderzoeksvoorstellen voor het fellowship in collegejaar ’21-’22 kunnen worden ingediend in de periode 15 september-1 november 2020. Een profielschets en informatie over de aanmeldingsprocedure staat op onze Omkeringssite. We sturen de beschikbare informatie op verzoek ook per e-mail.

 

Prof. dr. Ton Wilthagen (Universiteit van Tilburg) is per 1 februari 2020 benoemd tot fellow. Zijn onderzoek richt zich op een meer inclusieve arbeidsmarkt. Uitgangspunt van de studie is dat participatie in betaald werk veel méér waarde heeft dan alleen inzet van arbeid en loon. Zijn zoektocht naar een arbeidsmarkt waaraan veel meer mensen kunnen meedoen, verricht hij samen met een aantal maatschappelijke partijen en steden.

Prof. dr. Joop Schippers (Universiteit Utrecht) is per 1 februari 2019 benoemd tot fellow. Zijn onderzoek heeft als werktitel ‘The future of work: sustainable careers, lifelong learning and basic jobs’. Hij onderzoekt de arbeidsmarktpositie van jongeren en ouderen en stelt de vraag of zowel individuen als institutionele regelingen klaar zijn om de uitdaging van leven lang leren aan te gaan. Is leven lang leren een wondermiddel is voor iedereen? Helpt levenslang leren ook oudere generaties of zullen zij meer profiteren van de ‘basisbanen’?

Dr. Marianne van Woerkom (Universiteit van Tilburg) is per september 2017 benoemd tot fellow bij het NIAS, het Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Sciences. Zij deed onderzoek naar hoe organisaties beter gebruik kunnen maken van de diverse talenten en sterke punten van hun medewerkers en ontwikkelde een model rondom Transactive Strength Systems.

Prof. dr. Paul A. Kirschner (Open Universiteit) en prof. dr. Juliette H. Walma van der Molen (Universiteit Twente) zijn beiden per 1 september 2016 benoemd tot fellow. Beide fellows leverden met een eigen onderzoeksproject een bijdrage aan vernieuwende inzichten en kennisopbrengst op het terrein van mens en werk.

Ton Wilthagen

Ton Wilthagen

Hoogleraar Institutionele en juridische aspecten van de arbeidsmarkt, Universiteit van Tilburg

Ton Wilthagen gaat tijdens zijn fellowship in de periode februari 2020 – juni 2020 op zoek naar een model voor een meer inclusieve arbeidsmarkt. Uitgangspunt van de studie is dat participatie in betaald werk veel méér waarde heeft dan alleen inzet van arbeid en loon. Mensen die werken voelen zich gezonder en gelukkiger en hebben een groter netwerk dan mensen die niet aan de slag zijn. Bovendien is er in de samenleving veel behoefte aan producten en diensten die nu niet als werk tellen. Er is daarom een integraal model nodig waarin alle kosten en baten van arbeidsparticipatie en niet-participeren op elkaar worden betrokken, op basis waarvan nieuwe arrangementen kunnen worden ontwikkeld. Zijn zoektocht naar een Arbeidsmarkt XL waaraan veel meer mensen kunnen meedoen, verricht hij samen met een aantal maatschappelijke partijen en steden. Een introductie op Wilthagens onderzoek is te lezen in dit artikel.

Joop Schippers

Joop Schippers

Hoogleraar arbeidseconomie, Universiteit Utrecht

Joop Schippers onderzoekt hoe mensen in de toekomst een duurzame carrière voor zichzelf kunnen realiseren. Wat voor eisen worden aan jongeren gesteld als ze de arbeidsmarkt betreden? En wat doen we als niet iedereen kan meedoen? Hoe kunnen we zorgen dat leven lang leren ook echt voor iedereen is weggelegd? Deze en andere vragen gaat arbeidseconoom Joop Schippers tijdens zijn fellowship proberen te beantwoorden. Een deel van het onderzoek gaat zich richten op het principe van een “leven lang leren”, wat vaak wordt gezien als een oplossing om de negatieve effecten van nieuwe technologie op de arbeidsmarkt tegen te gaan. De vraag is hoe we een ‘leven lang leren’ als maatschappij en als individu kunnen vormgeven. Schippers wil uitzoeken wat er mogelijk is, wat er in de praktijk wel en niet werkt. “Een eervolle klus”, zegt Schippers, “die perfect aansluit bij het Future of Work onderzoek, dat ik met collega’s aan de Universiteit Utrecht doe. Mijn bevindingen zal ik beschrijven in een whitepaper, die een vervolg is op de paper “Op weg naar een duurzame arbeidsmarkt”, die we in 2015 met een aantal collega’s uit verschillende disciplines hebben gemaakt.”

Marianne van Woerkom

Marianne van Woerkom

Universitair hoofddocent Human Resource Studies, Universiteit van Tilburg

De laatste jaren is er steeds meer aandacht gekomen voor een ‘sterke punten’-benadering waarbij juist de talenten van medewerkers vertrekpunt zijn voor het ontwikkelbeleid. Ook in wetenschappelijk opzicht komt er steeds meer ondersteuning voor de positieve uitkomsten van een sterke punten benadering. Maar hoe weten mensen in organisaties elkaars sterke punten te vinden en hoe kunnen zij elkaar stimuleren om hun kwaliteiten in te zetten? Tijdens het fellowship werd invulling gegeven aan een model dat de verschillende factoren die hierbij van belang zijn in kaart brengt. Marianne van Woerkom maakt gebruik van de bestaande theorie over Transactive Memory System (TMS) en zet uiteen hoe het begrip Transactive Strengths System (TSS) teamprestaties kan bevorderen door teambevlogenheid en teamleren te stimuleren. Het fellowship resulteerde in de publicatie van een whitepaper over het benutten van de sterke punten benadering op teamniveau.

Paul Kirschner

Paul Kirschner

Universiteitshoogleraar Open Universiteit; gasthoogleraar Onderwijs universiteit van Oulu, Finland

Het onderzoeksproject van Kirschner: “Opleiden voor Niet-Bestaande Banen: Informatievaardigheden als Basis”, richt zich op informatievaardigheden voor jongeren voor de arbeidsmarkt van morgen. Jongeren die een opleiding volgen, hebben geen enkele garantie dat het beroep waarvoor ze opgeleid worden na hun afstuderen nog bestaat of blijft bestaan. Er zullen de komende jaren ook nieuwe beroepen ontstaan, waarvan we ons nu nog geen voorstelling kunnen maken. Een belangrijke, zo niet de belangrijkste, oorzaak hiervan is de snelle ontwikkeling van technologieën die een grote en groeiende invloed hebben op hoe we werken, en op wat en hoe we leren. Het onderzoeksproject van Kirschner richt zich op het voorbereiden van jongeren om goed, dat wil zeggen effectief en efficiënt, gebruik te maken van informatie om optimaal te kunnen functioneren in de arbeidsmarkt van morgen. De twee belangrijkste onderzoeksvragen zijn:

  • Hoe kunnen jongeren (en werkenden) zich optimaal voorbereiden / voorbereid worden op de onbekende en ook onvoorspelbare arbeidsmarkt van morgen?
  • Hoe dagen we jongeren uit zich eerder, intensiever en realistischer voor te bereiden op werk en de toeleiding naar zulk werk?
Juliette Walma van der Molen

Juliette Walma van der Molen

hoogleraar Universiteit Twente; oprichter / directeur onderzoekscentrum Sciene Education and Talent Development

Welke vaardigheden of ‘advanced skills‘ moeten we bij kinderen en jongeren ontwikkelen om hun talent te laten bloeien? Welke brede set aan innovatieve, ‘21e-eeuwse‘ en creatieve kwaliteiten moeten we bij de komende generatie ontwikkelen, zodat zij zo goed mogelijk om kunnen gaan met de uitdagingen van de toekomst? En zijn dat kwaliteiten van alle tijden, of specifiek van de 21e eeuw? De afgelopen twee jaar werd onder leiding van Walma van der Molen bij het onderzoekscentrum Science Education and Talent Development aan de Universiteit Twente een nieuw raamwerk en bijbehorende methodiek ontwikkeld. Daarin wordt – naast de noodzaak van basiskennis en kernvaardigheden – een onderscheid gemaakt tussen vaardigheden, houdingen, motivaties en het zelfbeeld van leerlingen als de belangrijkste elementen voor ‘toekomstbestendig leren’ en ontwikkeling van hun eigen talenten. Het raamwerk, de methodiek en de bijbehorende materialen en professionalisering zijn afgestemd met het basisonderwijs en zijn daar zeer positief ontvangen. Het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs zijn echter ook zeer geïnteresseerd. Binnen het NSvP/NIAS– fellowship gaat Walma van der Molen de verdieping en verbreding maken richting VO- en MBO-onderwijsvelden, onder de titel: “Talenten Voeden voor de Toekomst”.